Het was afgelopen. Wij hadden een zinvolle trainingsdag achter de rug. Alle betrokkenen tevreden over het verloop. Mooi. Maar, er knaagde iets. Teruglopend door de gangen constateerden mijn collega en ik dat het steeds minder voorkomt dat deelnemers huilen.
Nu is het huilen zelf natuurlijk geen doel op zich. Maar toch zijn hun persoonlijke tranen ons – als trainers – erg welkom. Huilen heeft als onbewust effect dat je de ander in maximale kwetsbaarheid ziet. Voorbij de verbale communicatie, voorbij de allesoverheersende redelijkheid, maar juist redeloos en radeloos.
Kortstondig in zichzelf gekeerd en bevangen door oude beelden en gevoelens. Weerloos.
En juist die weerloosheid roept bij de andere cursisten veel gulheid op. Gulheid in de vorm van begrip, sympathie, herkenning, betrokkenheid en hulpvaardigheid. Dat laatste komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in het tempo waarmee zakdoekjes, een glaasje water of een troostrijke knuffel worden aangeboden
Soms is er schaamte bij degene die gehuild heeft. Vaak is het moeilijk de intens verdrietige persoonlijke beleving snel weer in te wisselen tegen aanwezigheid in het hier en nu en de groep. Altijd wacht de huiler een warm welkom in de groep.
Kortom, weinig is zo voorwaardenscheppend voor het groepsgevoel als meervoudig huilen.
Betreurenswaardig dus dat het fenomeen huilen slinkende lijkt.
Het doet vragen rijzen over de oorzaak van de droogte. De eigen kwetsbaarheid dient vermeden lijkt het. Zeker in de setting van een groep.
Mijn gedachten maakten een sprong naar een jonge vrouwelijke coachingsklant die ik onlangs sprak. Aanleiding voor haar om contact met mij te zoeken was een hoog opgelopen arbeidsconflict met haar baas wat uitmondde in een burn out. Zij was wanhopig. Voelde zich door haar baas miskend, door de organisatie in de steek gelaten, total loss qua energie en eenzaam.
Als klap op de vuurpijl durfde zij haar uiterst succesvolle vriendinnen niet te melden dat zij in zo’n uiterst netelige situatie verkeerde. Dit laatste zeer tot mijn verbijstering.
Toen ik erop aandrong het toch te melden, barstte helemaal de bom.
“Dat kon zij toch niet doen! Zij had sowieso al een soort randje van een loser om zich heen hangen. Zij was ietwat gezet, had geen vriend, een slechte pers bij haar werkgever en dan ook nog overspannen. No way dat zij daar ruchtbaarheid aan ging geven”.
Violet Bouquet op het vlak van personal branding zou stand houden. Alleen en kapot, maar qua beeldvorming in tact.
Ik hielp haar van gedachten te veranderen op het punt van opening up.
Zij gaf haar vriendinnen inzage in. En toen was zij verbijsterd. In positieve zin.
Haar vrees sociaal op weg naar de uitgang te zijn pakte precies contra uit. Zij werd gesteund, bemoedigd, kreeg positieve feedback, tips en heel veel warmte en troost. En daarnaast vormde het grond voor de vriendinnen zelf ook inzage te geven in eigen problemen. De smart werd zo grootschalig gedeeld dat het alleszins doenlijk en draaglijk was geworden voor allemaal.
De wederzijdse eenzaamheid werd doorbroken, de verbinding werd bondgenootschap.
Met haar was ik blij over het verloop. Een enorme opluchting die veel energie genereerde. Toch bleef ik nieuwsgierig naar haar aanvankelijke bedenking om iets over haar verzwarende omstandigheden te ventileren. Toen ik daarop terugkwam riep zij “Ja, wat dacht jij dan? Op facebook is iedereen toch aldoor gelukkig. Ik dacht dat het echt zo was. Ik voelde me de enige minkukel met een uniek talent voor mislukking. Nu weet ik godzijdank dat ik niet de enige ben”.
Een open deur denk je dan. Iedereen onderkent de relativiteit van de aanhoudende persoonlijke goed-nieuws-shows. Maar toch, toch werkt het door. Tegen beter weten in zelfs.
Tegenslag en kwetsbaarheid worden “schijnbaar” de nieuwe vuile was die binnen moet blijven.
En hoe ontzettend jammer is dat. Wat doen wij onszelf en de ander daarmee te kort.
Niet alleen onthouden wij ons daarmee de warme steun en troost, wij onthouden elkaar ook de mogelijkheid elkaar te mogen helpen. Een kostbaar goed.
Deze onrechtmatige, toenemende interpersoonlijke armoede vervult mij met treurnis.
Ik kan er wel om huilen.
Gelukkig was de training afgelopen en heeft niemand het gezien :).
Patty Kruiswijk
Oktober 2019
Afbeelding van Gisela Merkuur via Pixabay